Vrede brengen wordt zware dobber
Kampala Zuid-Soedan, een van de grootste ontvangers van Belgische humanitaire hulp, is een failed state. Tribaal oorlogsgeweld heeft een derde van de bevolking op de vlucht gejaagd in eigen land of naar de buurlanden. In vele streken heerst regelrechte hongersnood. Dat kon minister van Ontwikkelingssamenwerking Alexander De Croo (Open VLD), de eerste Belgische politicus die Zuid-Soedan bezocht, deze week met eigen ogen vaststellen.
Overal bracht De Croo dezelfde boodschap: België zal deze bevolking in nood blijven helpen, maar werken aan vrede zal van de Zuid-Soedanezen zelf moeten komen. En dat geweld is het alfa en omega van de crisis. Heel wat streken kunnen vanwege de onveiligheid nauwelijks nog door hulpverleners bereikt worden - en soms zijn die zelf ook niet meer zeker van hun leven.
De wanhoop dreef al bijna vier miljoen mensen op de vlucht. De meest populaire bestemming is Oeganda, vanwege zijn unieke ruimhartige opvang - maar die begint te sputteren door een gebrek aan middelen.
'Uiteraard is het bewonderenswaardig wat Oeganda doet', zei De Croo op het kleine vliegtuigje dat hem naar de vluchtelingenkampen bracht. Hij vindt het logisch dat Oeganda vandaag, op een solidariteitstop in Kampala, aan de internationale gemeenschap zal vragen om meer steun bij die genereuze opvang. De Croo zal beloven dat de Zuid-Soedanese crisis en de opvang van de vluchtelingen in Oeganda ook de volgende jaren zwaartepunten in ons humanitair beleid blijven. 'Onze steun is het nuttigst in landen waar de toestand zo erg is dat de bevolking zichzelf onmogelijk nog uit het slop kan trekken. We mogen zulke ogenschijnlijke hopeloze gevallen niet opgeven, en zeker niet zo snel: Zuid-Soedan bestaat amper zes jaar.'
Wapenembargo
De Croo komt dus in Kampala blijvende Belgische steun garanderen, maar wil er Oeganda en andere landen uit de regio ook op een andere taak wijzen: werken aan vrede in Zuid-Soedan, door de strijdende partijen onder druk te zetten. 'Dat kan door hun leiders te pakken waar het pijn doet: hun activa bevriezen, en die zitten grotendeels in Kenia en Oeganda. En door een internationaal wapenembargo uit te vaardigen op militaire leveringen aan Zuid-Soedan.' Daarover wordt al lang gepraat, maar het probleem is dat die buurlanden zelf een graantje meepikken van die wapenhandel.
De Croo hoopt dat de nieuwe secretaris-generaal van de VN, Antonio Gutierres, wat krachtdadiger uit de hoek zal komen dan zijn voorganger, Ban Ki-moon.
Vrede brengen in Zuid-Soedan wordt een zware dobber. Sinds een door de internationale gemeenschap opgelegde coalitieregering vorig jaar uiteenviel, is het geweld tussen de Dinka's van president Salva Kiir en de Nuers van voormalig vicepresident Riek Machar heviger dan ooit. Leden van andere etnieën, die niets met die vete te maken hebben, zijn er mee het slachtoffer van. Uit sommige provincies is de volledige bevolking op de vlucht geslagen voor de plunderingen, verkrachtingen en moorden door de regeringssoldaten.
Machtsspelletjes
Dat de regering vooral bezig is met machtsspelletjes, bleek zonneklaar op de eerste dag van het bezoek van De Croo. Het zat er bovenarms op toen een topminister te horen kreeg dat de VN de Belgische delegatie de menselijke miserie en honger wilden tonen in een streek die onder controle van de rebellen is. Pas na veel gepalaver mocht de helikopter met de Belgische delegatie vertrekken. De machthebbers in Juba zijn weinig gesteld op de VN en op buitenlandse pottenkijkers in het algemeen.
De humanitaire catastrofe zou nog erger zijn als Oeganda niet zo royaal was in zijn opvang: de 900.000 gevluchte Zuid-Soedanezen naar Oeganda alleen al (er zitten er ook in andere buurlanden en in door VN-blauwhelmen beschermde kampen in Zuid-Soedan zelf) krijgen daar niet alleen voedselhulp, maar ook een stuk grond om te bewonen en te bewerken. Oeganda zal daar vandaag ongetwijfeld voor in de bloemen gezet worden, en verdiend ook.
Steven De Foer