Persbericht

Kamer stemt over inbreng privékapitaal in Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden (BIO)

De Kamer van Volksvertegenwoordigers stemt vanmiddag over het wetsontwerp van vicepremier en minister van Ontwikkelingssamenwerking Alexander De Croo voor de hervorming van de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden (BIO). Minister De Croo wil BIO openstellen voor privékapitaal zodat het nog meer kan investeren in de ontwikkeling van een sterke lokale economie in ontwikkelingslanden. De hervorming kadert in de aanpak van minister De Croo om de privésector sterker te betrekken bij het internationaal ontwikkelingsbeleid.

De hervorming van BIO heeft de bedoeling om het kapitaal van BIO open te stellen voor privé investeerders die niet alleen op zoek zijn naar rendement maar ook bekommerd zijn om de sociale en milieu-impact van de projecten waarin ze investeren. Vandaag werkt BIO alleen maar met overheidsmiddelen en beheert het ongeveer 740 miljoen aan budgetten. Met die middelen ondersteunt BIO de privésector in opkomende en ontwikkelingslanden om economische groei en duurzame ontwikkeling mogelijk te maken. Naast participaties en lange termijnleningen, verstrekt BIO ook technische assistentie om lokale capaciteiten te versterken. BIO focust daarbij op micro-, kleine- en middelgrote ondernemingen, die een centrale rol vervullen bij het bevorderen van innovatie, het creëren van welvaart, inkomens en werkgelegenheid en het mobiliseren van fiscale middelen die op hun beurt ingezet kunnen worden voor de vermindering van armoede.

De huidige wet staat BIO toe om participaties te nemen in investeringsfondsen maar voorzag niet uitdrukkelijk de mogelijkheid voor BIO om dergelijke fondsen op te richten en te beheren. De nieuwe wet zal BIO wel toelaten om investeringsfondsen op te richten die hun werkingsmiddelen hoofdzakelijk aantrekken bij investeerders uit de privésector en die door BIO worden beheerd. BIO zal daarbij enkel minderheidsparticipaties kunnen nemen. Op geen enkel moment kan er sprake zijn van gebonden hulp, zoals dat in een ver verleden wel gebeurde. De doelstelling blijft steeds het ondersteunen van de lokale private sector in het Zuiden waarbij de OESO-regels over ontwikkelingssamenwerking strikt moeten worden gerespecteerd.

Privésector sterker betrekken
De hervorming kadert in de strategie van vicepremier en minister van Ontwikkelingssamenwerking Alexander De Croo om in het internationaal ontwikkelingsbeleid sterker in te zetten op inclusieve en duurzame economische groei in de Belgische partnerlanden en het sterker betrekken van de Belgische privésector bij het realiseren van de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen. Die aanpak ligt volledig in lijn met de internationale afspraken rond ontwikkeling die het voorbije jaar zijn gemaakt op VN-niveau. In deze nieuwe afspraken is internationale ontwikkeling niet langer een verhaal van enkel overheden en niet-gouvernementele organisaties, maar ook van de privésector. De Wereldbank berekende dat om de nieuwe Duurzame Ontwikkelingsdoelen tegen 2030 “not billions but trillions” nodig zijn. Deze middelen kunnen nooit door door overheidsinstellingen alleen worden samengebracht. Het grootste deel zal op de private markt moeten worden gemobiliseerd. Later dit jaar brengt minister De Croo een brede coalitie van Belgische bedrijven samen die zich willen engageren voor de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen.