In de pers
29 april 2015
'Ik weet beter wat er leeft dan de vakbond' (Knack)
'In België denkt men nog altijd: hulp is goed, handel is slecht', zegt Alexander De Croo, vicepremier en minister van Ontwikkelingssamenwerking. 'Maar dat klopt niet. Het is dankzij vrijhandel dat de zwakke landen erbovenop kunnen komen.' Een gesprek over het massagraf in de Middellandse Zee, eenvoudige belastingen, en die ene socialistische oneliner waarmee hij het eens is.
'Ach ja', zucht vicepremier Alexander De Croo over de sfeer in de federale regering. 'Er vliegt al eens een stoel door de deur. Maar er zijn gelukkig nog geen ramen gesneuveld. Open VLD doet in elk geval niet mee aan die straatgevechten, en ik hoor vaak dat mensen dat appreciëren. Ik ben zelf ook helemaal geen Wetstraatvechter, daarom ligt deze ministerspost mij beter dan het voorzitterschap destijds.'
De Croo, die behalve Telecom en Digitale agenda ook Ontwikkelingssamenwerking onder zijn hoede heeft, profileert zich het liefst als diplomaat. Zelfs op de controversiële uitspraken van Theo Francken (N-VA), staatssecretaris voor Asiel en Migratie, reageert hij erg voorzichtig. Francken zegt dat het redden van bootvluchtelingen een aanzuigeffect creëert.
ALEXANDER DE CROO: De cijfers tonen aan dat dat niet echt juist is. Of ze al dan niet gered worden op de Middellandse Zee heeft geen effect op de beslissing om te vluchten. Die oversteek is maar een van de talloze risico's die mensen onderweg lopen. Maar ik begrijp die angst voor een aanzuigeffect wel.
Sommige critici hoorden Francken zeggen: laat ze maar verdrinken.
DE CROO: Ik ben altijd heel voorzichtig met de interpretatie van andermans uitspraken. Maar ik begrijp dat iedereen zijn eigen perspectief heeft. Collega Francken heeft een migratieperspectief, ik heb een ontwikkelingsperspectief. Een regering brengt die perspectieven samen.
En wat is het perspectief van de regering?
DE CROO: Dat we alle bootvluchtelingen moeten proberen te redden. De Middellandse Zee is een massagraf geworden, en dat mogen wij niet aanvaarden. We zeggen dat voor de zoveelste keer, maar ik ben blij met de maatregelen die Europa vorige week heeft aangekondigd. Zo is het goed dat de criminele organisaties die vanuit Libië aan mensensmokkel doen, keihard zullen worden aangepakt. Alleen los je daarmee de kern van het probleem niet op.
Wat is de kern van het probleem?
DE CROO: Wat er in de Sahel aan het gebeuren is. In landen zoals Mali, Niger, Sudan en Burkina Faso. Dat zijn stuk voor stuk verzwakte staten waar rebellengroepen zoals Al-Shabaab en Boko Haram actief zijn. Die groepen zaaien terreur en maken mensen bang. Vandaar de vele vluchtelingen. De Europese Commissie heeft voor de Sahel-regio een aparte strategie uitgewerkt. Het is belangrijk dat we mensen daar perspectief geven. Maar het feit dat Libië een instabiel land is geworden, is ook een deel van het probleem. In die omstandigheden krijgen criminele mensenhandelaars vrij spel.
Was het wel zo verstandig destijds om in Libië in te grijpen?
DE CROO: Omdat mensen uiteindelijk beter af zijn met een dictator dan met een democratie? Dat vind ik een gevaarlijke uitspraak. Je moet altijd investeren in een land, in structuren, nooit in één persoon. Want als die persoon wegvalt, heerst er chaos. Is de interventie van het Westen goed verlopen? Niet helemaal. Maar ik ben voorzichtig met mensen die het achteraf allemaal beter weten.
Italië had destijds wel afspraken met Khaddafi, om vluchtelingen tegen te houden.
DE CROO: Dat is waar. Wij hebben vandaag zulke afspraken met Marokko, een van onze partnerlanden qua
ontwikkelingssamenwerking. Wij delen onze expertise met de Marokkaanse overheid, en helpen hen om te gaan met
vluchtelingenstromen, onder meer door strenge grenscontroles. Dat werkt zeer goed. Vandaag komen er via Marokko bijna geen vluchtelingen meer naar Europa. Ook al omdat het nu zo gemakkelijk is om via Libië te komen. Daar moeten we iets aan doen.
Kan het toelaten van arbeidsmigratie helpen?
DE CROO: Economische migratie is niet dé oplossing voor deze crisis, maar ik ben er voor. In België wordt het migratievraagstuk heel defensief benaderd. Dat is begrijpelijk aangezien we de voorbije decennia slechte ervaringen hebben gehad met een falend migratiebeleid. Maar het is ook jammer.
De recente gebeurtenissen zetten op tragische wijze de relevantie van uw departement in de verf. Toch bespaart u volop, in plaats van te investeren.
DE CROO: Ik ben blijkbaar de enige minister die louter op basis van zijn budget wordt beoordeeld. De enige vraag die zogezegd telt, is of ik 0,7 procent van het bbp aan ontwikkelingssamenwerking besteed. Maar de discussie over die norm is compleet achterhaald.
Het is een internationale maatstaf. Moet die dan afgeschaft worden?
DE CROO: Die 0,7 procent dateert van de jaren zeventig. En de wereld is veranderd. Vandaag is het bedrag dat immigranten overschrijven naar hun thuisland drie keer zo hoog als het totale bedrag aan ontwikkelingshulp. Buitenlandse investeringen liggen zelfs zeven keer zo hoog. Ik zeg niet dat onze budgetten overbodig zijn, maar wat we ermee doen is belangrijker dan het precieze percentage.
Vertelt u maar.
DE CROO: De oude visie op ontwikkelingssamenwerking was dat één miljard mensen het goed hebben en vijf miljard mensen in miserie leven. En dat is niet meer zo. De voorbije tien jaar zijn honderden miljoenen mensen uit de extreme armoede getild, vooral in China en India. Vandaag leeft één miljard mensen, the bottom billion , zonder vooruitzicht, vooral in die fragiele staten. Maar de hulp aan die minst ontwikkelde landen daalt overal. Behalve in België. Wij zijn het enige land dat tegen die trend ingaat.
Nu zoekt u gewoon een cijfer dat u beter uitkomt dan die 0,7 procent.
DE CROO: Dat cijfer is relevanter. We moeten echt af van het idee dat enkel de officiële ontwikkelingshulp telt. Ik gebruik die term overigens niet graag, ik spreek liever over ontwikkeling. Omdat het niet alleen over hulp gaat. In België denkt men nog altijd: hulp is goed, handel is slecht. Maar dat klopt niet. In Nederland heeft de minister van Ontwikkelingssamenwerking ook Handel in haar portefeuille.
Dan koopt u vast boontjes uit Kenia.
DE CROO: (lacht) Ik kom zelden in de supermarkt, maar waarom zou ik dat niet doen? Is er een probleem met de boontjes uit Kenia?
Volgens de groenen veroorzaken die te veel uitstoot tijdens de overtocht naar ons land.
DE CROO: Dus wij gaan ons eigen protectionisme organiseren op basis van een milieuargument? Geen goed idee. Dat van die uitstoot klopt misschien, maar het is ook relatief: wij stoten een veelvoud uit van de Kenianen. Het is dankzij vrijhandel dat de zwakke landen erbovenop kunnen komen. Kijk naar Ethiopië: in de jaren tachtig dachten we nog dat dat een verloren zaak was. Vandaag is het een van de duidelijke groeilanden in Afrika.
Vrijhandel heeft nochtans een slechte naam.
DE CROO: Ik vind het zeer paternalistisch om ontwikkelingslanden handel te ontzeggen. Neem nu die discussie over het
vrijhandelsakkoord tussen Europa en de Verenigde Staten: volgens sommigen is zo'n akkoord slecht voor de ontwikkelingslanden. Maar het tegendeel is waar. Ook die landen hebben alle belang bij een grotere markt. Ik was laatst op een vergadering van de Wereldbank, en daar zei de vertegenwoordiger van de Afrikaanse investeringsbank het letterlijk: 'Wij zullen onze eigen ontwikkeling financieren.'
Net zo makkelijk voor ons.
DE CROO: Nogmaals: het gaat niet alleen om geld, om die 0,7 procent. Minstens even belangrijk is de expertise waarmee wij ontwikkelingslanden helpen, bijvoorbeeld om hun belastingen op een efficiënte manier te innen. Dat is in een aantal Afrikaanse landen een groot probleem: het fiscale systeem is georganiseerd in functie van bepaalde belangen. Sommigen zullen dat misschien verbazend vinden, maar het creëren van goede belastingsystemen is een van onze sterkste punten.
Alleen in eigen land lukt het ons niet.
DE CROO: Hoe bedoelt u?
Is het systeem bij ons ook niet georganiseerd in functie van bepaalde belangen?
DE CROO: Helemaal niet. Wij hebben een systeem dat buitenlandse investeringen aantrekt, dat wel. Gelukkig maar. Dat is iets helemaal anders dan de situatie in sommige Afrikaanse landen, waar men bijvoorbeeld moeite heeft om alle bedrijven op een minimaal niveau te belasten.
Slagen wij daarin? De Partij van de Arbeid heeft eens een lijst gepubliceerd met multinationals die haast geen belastingen betalen.
DE CROO: Die lijst was bullshit. Hij hield geen rekening met het feit dat bedrijven georganiseerd zijn in verschillende entiteiten. Eén voorbeeld: volgens die lijst betaalt Electrabel geen belastingen. Terwijl Electrabel Customer Service wel degelijk honderden miljoenen betaalt. Vennootschapsbelasting wordt trouwens enkel geïnd op de winsten, en die maken multinationals die hier hun hoofdkwartier hebben nu eenmaal vaak in het buitenland. Fiscaliteit is iets complexer dan de PVDA denkt.
Maar de diamantsector komt wel weg met 50 miljoen euro.
DE CROO: Dat is een rare formulering. Onder de vorige regeringen betaalde de diamantsector die bijdrage niet. Nu gaat de sector 50 miljoen bijdragen. Wij heffen bovendien een belasting op de omzet, niet op de winst. Dat is minder makkelijk te omzeilen. U kunt daar nu wel populistisch over doen, maar wij willen de fraude eruit, en dat zal geld opbrengen. De regering onderhandelt volop over de taxshift. Hoe groot moet die zijn? Uw CD&V-collega Kris Peeters heeft het over vijf miljard euro.
DE CROO: Dan kopieert hij nu wat wij tijdens de verkiezingscampagne al zeiden. Terwijl CD&V toen beweerde dat wij onzin verkochten. (grijnst) Het is altijd leuk als partijen in onze richting opschuiven. We hebben al voor twee miljard euro lasten verschoven, en we kunnen uiteraard altijd meer doen dan in ons verkiezingsprogramma staat. Een liberaal hoef je niet te overtuigen van lastenverlagingen.
Is een verschuiving richting vermogenswinst voor u bespreekbaar?
DE CROO: Ik heb nog niemand goed horen uitleggen wat dat precies is.
Het gaat al zes maanden over niets anders.
DE CROO: En toch blijft het voor mij onduidelijk wat men ermee bedoelt. Waar zitten de vermogens in ons land? In huizen en op spaarboekjes. Een belasting die dáár nog maar eens geld wil halen, is niet mijn prioriteit. Er zijn in Europa trouwens evenveel landen die zo'n belasting hebben ingevoerd als landen die ze hebben afgevoerd. Omdat het een zeer inefficiënte vorm van fiscaliteit is.
Waar wilt u dat geld voor de taxshift dan wel halen?
DE CROO: Ons vertrekpunt is dat de overheid minder moet uitgeven.
U wilt drie miljard extra besparen?
DE CROO: Ja, we zijn redelijk uniek. We zijn een van de weinige partijen die vandaag hetzelfde zeggen als voor de verkiezingen. We zullen de werking van de overheid op een aantal punten grondig moeten herdenken. Ik wil het debat trouwens opentrekken, want het moet ook gaan over eenvoudiger belastingen. Ik vind het een groot probleem dat een correcte fiscaliteit voorbehouden is voor mensen met een dure boekhouder.
Wat gaat u daaraan doen?
DE CROO: Laat ik u een voorbeeld geven van wat ik een goede belasting vind: de roerende voorheffing. Hetzelfde tarief voor iedereen en het wordt aan de bron ingehouden. Dat is zeer efficiënt, het kost de overheid bijna niets en er is geen enkele manier om eraan te ontsnappen. Dat is een moderne vorm van belasting. Iets helemaal anders dan vormen van fiscaliteit die gebaseerd zijn op het inbrengen van bewijsmateriaal, want daar heb je dure accountants voor nodig. Wij moeten het systeem herdenken.
In deze regeerperiode nog?
DE CROO: Absoluut. Dat staat in het regeerakkoord: we moeten een grote stap zetten in de richting van een fiscaliteit die ongevoelig is voor fraude, minder kost en die eerlijker is. Daar moet het debat over gaan. En over lastenverlaging. Het is cruciaal dat mensen netto meer overhouden.
Het VBO ziet liever de lasten voor bedrijven dalen dan de nettolonen stijgen.
DE CROO: Ja, en? Dat vind ik eerder een geruststelling. Het VBO verdedigt de belangen van de werkgevers. Ministers moeten het algemeen belang nastreven. We moeten werken aantrekkelijker maken. Vandaag is het verschil tussen werken en niet werken veel te klein.
Het probleem is dat er niet genoeg jobs zijn.
DE CROO: Er zijn gemakkelijk vijftig- tot honderdduizend vacatures.
Maar honderdduizenden werklozen.
DE CROO: Dat is waar. Daarom moeten ook werkgevers een extra lastenverlaging krijgen. Maar het is ook een probleem voor bedrijven als ze hun vacatures niet ingevuld krijgen. En dat komt onder meer omdat mensen financieel onvoldoende gemotiveerd worden om te werken.
Wilt u de verlaging van de personenbelasting dan specifiek richten op de laagste lonen, om de werkloosheidsval te verkleinen?
DE CROO: Ik ben voor een algemene regel. Relatief gezien zal het effect het grootst zijn voor mensen met een laag inkomen. Maar het moet ook voor de anderen gelden. Dat is een kwestie van eerlijkheid.
Is eerlijkheid geen gebrekkig concept in deze discussie? Je zou ook kunnen zeggen dat het veel eerlijker is om iemand die 1200 euro verdient 50 euro extra te geven, in plaats van die 50 euro te verdelen onder mensen met 1200 euro en mensen met 5000 euro. Die 5000 euro volstaat zo al.
DE CROO: (laconiek) Als u die redenering doortrekt, dan vindt u communisme het eerlijkste systeem. Ik ben het daar niet mee eens. Er bestaat in ons land een gebrek aan sociale mobiliteit. En die stimuleer je met meer nettoloon. Ik hoor vaak mensen zich afvragen waarom ze moeite zouden doen om promotie te maken of een extra weekendjob te nemen. Als we willen dat mensen ambitieus zijn, moet daar iets tegenover staan. Dat maken wij kapot in dit land.
Wat doet Open VLD zoal om mensen gelijke kansen te geven?
DE CROO: Wij hebben als partij duidelijk gemaakt dat discriminatie op de arbeidsmarkt een zwaar probleem is. Dat is
onaanvaardbaar. Racisme is niet relatief.
Wat gaat u eraan doen?
DE CROO: Het eerste punt moet zijn dat we als overheid duidelijk maken dat discriminatie niet kan. De overheid is de grootste werkgever van het land en heeft dus een voorbeeldfunctie. Daarnaast wil ik ook wel eens van de werkgevers horen dat ze het begrepen hebben en dat ze er iets aan zullen doen. En dat er praktijktests mogen komen als ze het over twee jaar niet hebben opgelost. Het zou een goed idee zijn als werkgevers daarover een duidelijke gedragscode zouden uitwerken.
Beetje vrijblijvend, niet?
DE CROO: Nee, het stadium van de vrijblijvendheid zijn we voorbij. Ik verwacht meer dan dat.
Wat met quota? Als het over vrouwen gaat, zijn een aantal van uw vrouwelijke partijgenoten daar voor.
DE CROO: Dat is een zeer moeilijk onderwerp. Binnen onze partij bestaan daar verschillende meningen over. In de politiek hebben quota gewerkt: we zouden niet geraakt zijn waar we vandaag staan zonder quota voor vrouwen. De politiek is een speciale omgeving: de plaats die iemand op een lijst krijgt, is zeer determinerend voor zijn of haar doorgroeimogelijkheden.
Als Mohamed geen job krijgt omdat hij Mohamed heet, is dat ook nogal determinerend voor zijn doorgroeimogelijkheden. Maar voor hem zijn quota onbespreekbaar.
DE CROO: We moeten stoppen met mensen op te delen naar kleur of afkomst. We moeten van dat etiket allochtoon af. Je bent Belg of je bent geen Belg. En als je Belg bent, moet je dezelfde kansen krijgen als iedereen. Ik wil mensen niet anders behandelen omdat de ene Johnny heet en de andere Mohamed.
Quota zouden net een gelijke behandeling moeten garanderen.
DE CROO: Nee, de oplossing is racisme en discriminatie tegengaan.
En hoe gingen we dat ook alweer doen?
DE CROO: (zucht) Ik dacht dat ik die vraag net beantwoord had.
U wilt geen etiketten plakken, maar om aan statistiek te doen, heb je etiketten nodig. En die statistieken liegen niet: de werkloosheid bij allochtonen is onaanvaardbaar hoog.
DE CROO: Nu maakt u een gigantische sprong die intellectueel niet helemaal juist is. U zegt nu dat die werkloosheid helemaal wordt veroorzaakt door discriminatie.
Het is een factor.
DE CROO: Maar het opleidingsniveau van allochtonen is vaak ook desastreus. Dat is een minstens even grote factor. En daar kunnen de werkgevers niets aan doen. Dat heeft te maken met falend onderwijs, met de afwezigheid van sociale mobiliteit in ons onderwijs. Ik zie niet hoe quota dat kunnen oplossen. Ik vind de analogie tussen vrouwen en allochtonen trouwens gevaarlijk. Vrouwen zijn geen minderheid, integendeel.
In een democratische rechtsstaat telt de minderheid ook mee.
DE CROO: Bon, daar hebt u een punt . Maar quota voor vrouwen bestaan alleen in specifieke situaties: in de politiek en in raden van bestuur. Ik zie niet hoe je quota kunt uitbreiden naar de hele bevolking.
Wat vindt u van de houding van de vakbonden? Marc Leemans van het ABVV noemde het beleid van deze regering vorige week in Humo nog 'sociale horror'.
DE CROO: (blaast) Eerlijk gezegd, als ik opnieuw mocht beginnen, zou ik bij de vakbond gaan. Ze doen niet mee aan verkiezingen, hoeven geen verantwoording af te leggen en vinden toch dat ze over alles moeten meebeslissen. En als hun leden iets doen dat sociaal moeilijk aanvaardbaar is, zoals rellen, zeggen ze dat ze die leden niet onder controle hebben. Ik moet mij constant verantwoorden, tegenover mijn leden, mijn kiezers, het parlement... Niet dat ik daar een probleem mee heb, integendeel. Ik ben als minister van Pensioenen destijds meer dan 150 keer gaan spreken, overal in het land. Wie weet wat er leeft bij de mensen? Ik weet dat beter dan de vakbond of Marc Leemans, denk ik.
De vakbonden, en ook 'Hart boven Hard', krijgen wel nog veel volk op de been.
DE CROO: (laconiek) De Ronde van Vlaanderen krijgt ook veel volk op de been. (snel) Al wil ik met die opmerking de mening van mensen die protesteren niet belachelijk maken. Maar er zijn verkiezingen geweest en de regeringspartijen hebben een duidelijke meerderheid. Het mooie aan de democratie is dat mensen straks kunnen zeggen of ze het beleid goed vonden of niet.
Het beleid van de Vlaamse en federale regeringen lijkt in elk geval niet goed te zijn voor de kleine man.
DE CROO: Nee? Een regering die volop inzet op jobcreatie, die wil dat mensen meer overhouden van hun loon, is die niet goed voor de kleine man? Ik hou niet van die term, maar ik denk dat deze regeringen veel meer doen voor de kleine man dan de vorige regeringen.
Waarom houdt u niet van die term?
DE CROO: Hij klinkt zo denigrerend. Het is niet omdat je weinig verdient dat je een kleine man bent.
Iedereen is groots op zijn manier.
DE CROO: (lacht) Als u het heel melig wilt zeggen: ja. Maar serieus: vergelijk ons eens met de vorige regering. Voor wie vreest dat hij zijn job kwijt raakt, of voor iemand die vindt dat hij wat meer mag verdienen, heeft deze regering de voorbije zes maanden al veel meer gedaan dan de vorige. Wie komt er op voor de werkenden? Wie wil mensen sterker maken? Deze regering.
Mensen die van een leefloon of een uitkering moeten rondkomen, worden hard getroffen.
DE CROO: Wij hebben de leeflonen zelfs verhoogd.
De facturen gaan ook omhoog: kinderopvang, studiegeld, water...
DE CROO: Nu maakt u er een karikatuur van die in werkelijkheid niet bestaat. U gaat er dus van uit dat ouders zowel kinderen in de crèche hebben als aan de universiteit?
Gebruikt u dezelfde debatfiches als de N-VA? Zij komen ook steeds met dat argument.
DE CROO: Ik denk dat zij onze debatfiches hebben gekopieerd. Wij hebben dat argument eerst gebruikt. (lacht) Maar we hebben blijkbaar een probleem, want u herinnert zich niet meer dat het van ons komt. In alle ernst: de inflatie is nul, dus de levensduurte stijgt niet. De energieprijzen dalen, de voedselprijzen gaan niet omhoog en de leeflonen stijgen wel. Zouden ze nog meer mogen stijgen? Misschien wel. Maar we moeten keuzes maken. En de voordeeltarieven voor mensen met een klein inkomen blijven bestaan.
Wie wordt er dan het hardst getroffen?
DE CROO: Ik weet niet waarom u per se in die termen wilt redeneren. Wij voeren geen beleid dat mensen pijn wil doen, wij voeren een beleid dat mensen kansen geeft.
N-VA-voorzitter Bart De Wever heeft het geregeld over 'pijnlijke maatregelen'.
DE CROO: Ik breng een ander verhaal. Sorry dat ik Bart De Wever niet ben.
U verdedigt wel hetzelfde beleid.
DE CROO: Ik leg het beleid op een andere manier uit. Het centrale punt in dat beleid is dat we kansen geven aan mensen die werken. Sinds januari zijn de nettolonen gestegen. Ik wil best erkennen dat sommige mensen het erg moeilijk hebben. Maar de oplossing is niet: mensen meer steun geven. De beste sociale maatregel is: mensen aan een baan helpen. Ik ben het altijd nogal eens geweest met mijn socialistische oud-collega Monica De Coninck: 'Al wie poten en oren heeft, moet werken.'
Maar als N-VA-Kamerlid Zuhal Demir...
DE CROO: (snel) Wacht, wacht, wacht! Laten we nu niet te ver gaan.
Wat is er mis met Zuhal Demir?
DE CROO: Als persoon? Niets.
Zij zei onlangs: 'Als hun geld op is, zullen werklozen wel een job zoeken.'
DE CROO: Ook hier kies ik liever voor de positieve redenering: als mensen zien dat ze meer overhouden aan werken, zullen ze sneller de stap zetten om een job te zoeken. De regering- Di Rupo heeft trouwens de uitkeringen degressief gemaakt. Met als gevolg dat de langdurige werkloosheid in Wallonië fors is afgenomen.
Doet de regering-Michel de rit uit tot 2019?
DE CROO: Ik denk van wel. Sommigen beweren dat die taxshift het nieuwe Brussel-Halle-Vilvoorde wordt, een probleem dat de Belgische politiek decennialang zal bezighouden. Volgens mij hebben we aan een paar weken genoeg om een akkoord te bereiken over de taxshift.
En anders: de stekker eruit, zoals in 2010?
DE CROO: (grijnst) Af en toe heeft het systeem een reset nodig. Maar niet te vaak. Om de tien jaar volstaat.
Dan hebt u al leren leven met het schaduwpremierschap van Bart De Wever?
DE CROO: Ik hoef daar niet mee te leven, want hij is geen schaduwpremier. We hebben homogene regeringen op alle niveaus. Dat was een van onze strijdpunten. In die omstandigheden is het normaal dat voorzitters een coördinerende rol spelen. Maar ik begrijp dat de oppositie graag het verhaaltje in leven houdt dat deze regering een schaduwpremier heeft. Net zoals wij al eens graag een opmerking maken over de onbestuurbaarheid van de SP.A.
Voor wie stemt u: Bruno Tobback of John Crombez?
DE CROO: (lacht) Ik ben gelukkig niet stemgerechtigd. Maar het is wel erg raar wat ze doen. De SP.A heeft ervoor gekozen om de langste voorzittersstrijd aller tijden te voeren. Ik heb lang gedacht dat mijn partij het monopolie had op zelfpijniging. Maar blijkbaar is dat monopolie verschoven.
DOOR PETER CASTEELS EN JOËL DE CEULAER