In de pers

’Leer alle kinderen programmeren op school’

Computerwetenschap zou een verplicht vak moeten zijn zowel op de lagere als op de secundaire school. Dat zeggen prominente wetenschappers uit verschillende vakgebieden. Minister Hilde Crevits wil de suggestie meenemen in een debat over de eindtermen in de herfst.

‘Ieder kind moet ICT-vaardig zijn. En dan gaat het om meer dan kunnen omgaan met een computer. Onze jongeren zouden op school echt moeten leren om computationeel, probleemoplossend te denken.’

Dat zeggen Giovanni Samaey en Jacques Van Remortel in een opiniestuk in deze krant. Samaey is docent aan de KU Leuven en Van Remortel stond jarenlang aan het hoofd van het researchcentrum van telecombedrijf Alcatel. Zij vertolken het standpunt van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunst en van de Jonge Academie om van ICT-vaardigheid en computerwetenschappen een verplicht vak te maken in de basisschool en de secundaire school.

Vandaag zijn er alleen in het basisonderwijs en de eerste graad secundair specifieke ICT-eindtermen. Maar die slaan veeleer op digitale geletterdheid, leren omgaan met software. Er zijn wel initiatieven, binnen en buiten de school, maar er zit geen lijn in. Alleen in het tso is ICT een volwaardig vak. ‘Pas als er duidelijke eindtermen zijn, zal er iets bewegen’, vinden Samaey en Van Remortel. De hervorming van het secundair onderwijs is voor hen het uitgelezen moment om de ommekeer in te zetten.

Er rijzen daarbij nog wel wat vragen. Hebben leerkrachten de competentie om ICT te geven? De lerarenopleiding zal in ieder geval aangepast moeten worden. De huidige leerkrachten zijn aan bijscholing toe.

Zullen alle scholen dure computers moeten aanschaffen? ‘Helemaal niet’, zegt Van Remortel. ‘Het materiaal dat ze nu hebben, volstaat, tenminste als we het up-to-date houden. Trouwens, wist je dat er ookunplugged kan worden geprogrammeerd, zonder pc?’, vult Samaey aan.

En ten slotte: zal de les ICT een ander vak verdringen? ‘Hoeveel uren per week het nieuwe vak krijgt, daarover zoeken we een consensus. Aan de eindtermen van de andere vakken hoeven we niet te raken.’

Afkeer van wiskunde

Samaey en Van Remortel zien de voordelen van ‘computationeel’ denken. Het kan jongeren die een afkeer hebben van wiskunde, tóch in abstract, probleemoplossend denken meetrekken. ‘ We zien het als een apart vak met eigen concepten en een eigen taal. De inzichten die je er opdoet, kunnen elders ook van pas komen.’

Dat bevestigt ook de Leuvense instructiepsycholoog Lieven Verschaffel. ‘Internationaal onderzoek heeft aangetoond dat het mogelijk is kinderen op heel jonge leeftijd programmeerkennis bij te brengen. Dat kan een belangrijk positief effect hebben op hun algemene probleemoplossende vaardigheden.’

’Een systematische aanpak in het leerplichtonderwijs biedt de garantie dat ook leerlingen erbij betrokken worden die vandaag - in de veelheid aan vaak buitenschoolse initiatieven - onvoldoende aan hun trekken komen. Ik denk dan vooral aan leerlingen uit sociaal-economisch zwakkere milieus en aan meisjes.’

De Academie voelt zich gesterkt door buitenlandse voorbeelden. In het Verenigd Koninkrijk stelden de academici in 2011 een apart vak voor, de regering pikte het idee op en in september 2014 werd het al een realiteit in de Britse scholen. ‘Ook Vlaanderen is er klaar voor, we hebben de expertise in huis. Alleen de politieke wil is nodig’, zeggen Samaey en Van Remortel.

’De bereidheid is er’

Zij verdedigden daarom hun standpunt op de kabinetten van Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) en federaal minister van Digitale Agenda Alexander De Croo (Open VLD).

Minister Crevits vindt dat de Academie ‘sterk werk’ heeft geleverd met haar uitgewerkte standpunt. ‘Ze toont aan dat je jongeren sterker maakt als ze een goed inzicht hebben in informaticawetenschappen. In het najaar voeren we in het Vlaams Parlement een groot debat over de eindtermen. De vraag naar ICT past daar zeker in.’

Hoewel het niet zijn bevoegdheid is, steunt minister De Croo het idee om meer ICT in de eindtermen op te nemen. ‘Als tiener heb ik zelf leren programmeren op school en ik draag daar nog altijd de voordelen van mee. Ik deed het liever dan Latijn en denk dat het je even goed abstract leert denken. Vandaag schieten initiatieven als programmeerclubs voor kinderen als paddenstoelen uit de grond. De scholen zijn bereid om mee op die trein te springen.’

Tom Ysebaert - De Standaard - 01 Apr. 2015