SDG's vertolken nieuwe visie op internationale ontwikkeling
De Verenigde Naties lanceren dit weekend in New York de Sustainable Development Goals (SDG's) die tegen 2030 extreme armoede moeten bannen en het klimaat beschermen. "De nieuwe duurzame ontwikkelingsdoelen bevatten een visie op ontwikkeling die de visie van vandaag is, en waarin economische groei een centrale hefboom voor ontwikkeling is", reageert vicepremier en minister van Ontwikkelingssamenwerking Alexander De Croo.
Het nieuwe programma is de opvolger van de millenniumdoelstellingen die de wereldleiders in 2000 boven de doopvont hielden. Die hebben uiteenlopende resultaten opgeleverd. De spectaculaire economische groei in landen als China, India en Brazilië heeft de voorbije vijftien jaar zo'n 800 miljoen mensen uit extreme armoede getild, maar zwart Afrika bleef intussen ter plaatse trappelen.
Gericht op economische groei
"De methode is totaal verschillend. De millenniumdoelstellingen waren zeer prescriptief, vanuit een visie van hulp geven en te weinig vanuit een visie van mensen te versterken. Ditmaal was er een open, inclusief proces en bevat het programma een visie op ontwikkeling die de visie van vandaag is, namelijk gericht op economische groei", analyseert De Croo, die veel gelijkenissen met zijn eigen beleidsverklaring ziet.
Het programma omvat zeventien duurzame ontwikkelingsdoelen op allerlei domeinen: van de uitbreiding van de toegang tot gezondheidszorg en onderwijs over de bestrijding van ongelijkheid en klimaatverandering tot de promotie van industriële innovatie en digitalisering. Het gaat er echter vooral om de resterende één miljard mensen die met minder dan 1,25 dollar per dag moeten overleven naar een hoger ontwikkelingsniveau te tillen.
België hamerde tijdens de voorbereidende onderhandelingen alvast sterk op het belang van samenwerking met de minst ontwikkelde landen. Zo betoogt De Croo, die samen met premier Charles Michel, minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders en minister voor Duurzame Ontwikkeling Marie-Christine Marghem de VN-top bijwoont, dat de donorlanden minstens de helft van hun officiële ontwikkelingshulp op deze landen zouden moeten richten.
Inbreng private sector
De Wereldbank becijferde dat de economieën van de armste landen jaarlijks met zeven procent zouden moeten groeien om de duurzame ontwikkelingsdoelen te halen. Officiële ontwikkelingshulp zal dan ook verre van volstaan. Daarom is er volgens De Croo ook nood aan een betere belastinginning en een grotere inbreng van de private sector. De uitrol van mobiele netwerken in Afrika is op dat vlak één van de hoopgevende elementen, zo stipt de Open Vld-vicepremier aan.
De VN-lidstaten moeten elk jaar verslag uitbrengen over de inspanningen die ze leveren om de zeventien doelen en 169 subdoelstellingen te halen. Dat geldt overigens ook voor België en andere rijke landen. Bepaalde doelstellingen, zoals de halvering van de verkeersdoden, energiebezuinigingen of de bestrijding van jeugdwerkloosheid, zijn immers ook voor ons land relevant.