Persbericht

Gelijk speelveld voor sterke autonome overheidsbedrijven

De federale regering maakt op voorstel van vicepremier en minister van Digitale Agenda, Telecom en Post Alexander De Croo werk van een gelijk speelveld voor autonome overheidsbedrijven die actief zijn in een sterk concurrentiële markt. Concreet gaat het om Proximus en bpost. Bedoeling is dat deze autonome overheidsbedrijven met dezelfde wapens kunnen strijden als hun privé-concurrenten. Nu vertrekken zij vaak met een achterstand.

De federale regering heeft vandaag in eerste lezing groen licht gegeven voor een voorontwerp van wet tot wijziging van de Wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. Naast het opheffen van een reeks organisatorische beperkingen, wordt het bestuur van beursgenoteerde overheidsbedrijven afgestemd op de regels die gelden voor andere beursgenoteerde bedrijven. Ook wordt de bestaande wettelijke grendel voor het aanhouden van de overheidsparticipatie op 50% plus één aandeel weggenomen.

 
Alexander De Croo: “Het is de absolute doelstelling van de regering dat Proximus en bpost twee sterke bedrijven blijven. Maar dan moet er wel een gelijk speelveld zijn. Nu vertrekken Proximus en bpost met een achterstand op hun privé-concurrenten. De hervorming die we doorvoeren zorgt ervoor dat ze met gelijke wapens kunnen strijden. Dat is in het belang van de bedrijven, hun werknemers én de consument.”
 
1. Opheffen organisatorische beperkingen
 
De hervorming beoogt het opheffen van bepaalde organisatorische beperkingen die enkel gelden voor autonome overheidsbedrijven en niet voor hun privé-concurrenten.
 
  • Er wordt afgestapt van de afwijkende regels voor het nemen van participaties in een ander bedrijf (een 2/3e meerderheid in raad van bestuur) en voor het betrekken van een filiaal bij de uitvoering van publieke diensten (een koninklijk besluit).
  • Het afwijkende reglementair kader van toepassing op het aanwervingsbeleid van de autonome overheidsbedrijven (statutaire tewerkstelling) zal worden afgestemd op het kader van toepassing op privé-bedrijven (contractuele tewerkstelling).
  • Autonome overheidsbedrijven zullen in dezelfde omstandigheden als hun niet-publieke concurrenten gebruik kunnen maken van onderaannemers en zelfstandigen. Hierbij zullen uiteraard dezelfde regels van toepassing zijn met betrekking tot schijnzelfstandigheid.
2. Corporate governance
 
De hervorming voorziet ook een afstemming van het bestuur van beursgenoteerde overheidsbedrijven op de regels van toepassing op alle andere beursgenoteerde bedrijven.
 
  • Zo zal de wijze van benoeming en de werking van de raad van bestuur afgestemd worden op de regels van corporate governance die gelden voor alle andere beursgenoteerde vennootschappen.
  • Bestuurders zullen conform het gemeen recht door de algemene vergadering worden benoemd, de voorzitter en de CEO zullen in de toekomst aangeduid worden door de raad van bestuur. Nu worden bestuurders, voorzitter en CEO benoemd door de regering.
  • Deze wijziging betekent ook dat de bestaande eenzijdige bevoegdheden van de overheid om tussen te komen in het bestuur van beursgenoteerde overheidsbedrijven opgeheven zullen worden. Het gaat bijvoorbeeld om het verplichten van de Raad van Bestuur om te beraadslagen over een specifiek onderwerp of de mogelijkheid van de voogdijminister een beslissing van de Raad van Bestuur te vernietigen. De overheid zal haar invloed in de toekomst moeten laten gelden via de gewone vennootschapsrechtelijke kanalen.
3. Wettelijke grendels overheidsparticipatie
 
Op dit moment is de participatie van de overheid in autonome overheidsbedrijven wettelijk vergrendeld op minimum 50% plus één aandeel. De hervorming bepaalt het kader waarbinnen de overheidsparticipatie in beursgenoteerde autonome overheidsbedrijven eventueel kan worden teruggebracht tot minder dan 50% plus één aandeel.
 
Er is geen ondergrens bepaald om zo de volledige flexibiliteit te behouden om alle mogelijke strategische opties te kunnen bekijken.
 
Merk op: de hervorming houdt géén beslissing in omtrent enige verlaging van de participatie van de overheid in de overheidsbedrijven. Enkel de voorwaarden en het kader worden vastgelegd waarbinnen een wijziging kan gebeuren. Het regeerakkoord voorziet dat de FPIM gelast wordt met een reflectie over het actief beheer van overheidsparticipaties in functie van de schuldafbouw.
 
Om te beslissen tot een verlaging van een participatie onder 50% plus één aandeel is een in ministerraad overlegd koninklijk besluit nodig.
 
Bij een eventuele beslissing tot verlaging van de overheidsparticipatie zullen middels sociaal overleg overgangsmaatregelen worden genomen on verworven rechten te beschermen.