België bevestigt engagement tegenover Global Partnership for Education
’Negen op tien kinderen wereldwijd gaan vandaag naar school. Toch is er vandaag nog steeds een groep kinderen die nog nooit een klaslokaal van binnenuit hebben gezien en ook de kwaliteit van onderwijs laat in heel wat plaatsen helaas nog te wensen over.’ Dat zegt vicepremier en minister van Ontwikkelingssamenwerking Alexander De Croo die deze middag een onderhoud had met Julia Gillard, voorzitster van het Global Partnership for Education en oud-premier van Australië. De Croo wil dat de inspanningen om alle kinderen toegang te geven tot basisonderwijs worden verdergezet en zegde aan Gillard toe dat België bereid is om de volgende jaren in Burundi namens het Global Partnership for Education de supervisie op zich te nemen.
Julia Gillard is sinds februari 2014 voorzitter van het Global Partnership for Education, een multilateraal financieringsmechanisme voor basis- en secundair onderwijs binnen de Wereldbank Groep. Het verenigt meer dan 50 ontwikkelingslanden en meer dan 30 bilaterale, regionale en internationale instellingen. Doel is onder meer om technische en financiële ondersteuning te geven aan partnerlanden zodat zij hun nationale onderwijsstrategieën kunnen uitvoeren.
Ons land ondersteunde het Global Partnership for Education de voorbije drie jaar met 27 miljoen euro. Alexander De Croo bevestigde tijdens het gesprek met Julia Gillard ook dat ons land een belangrijke rol wil blijven spelen in het Global Partnership for Education en bereid is om ook de volgende jaren in Burundi de supervisie en de coördinatie voor het Global Partnership for Education op zich te blijven nemen.
Minder, gezondere en beter opgeleide kinderen
Alexander De Croo: "Het belang van toegang tot onderwijs kan niet genoeg benadrukt worden. Onderwijs is een sleutelelement voor ontwikkeling en een hefboom voor mensenrechten, democratisering en inclusieve economische groei. Neem het voorbeeld van meisjes die de kans krijgen naar school te gaan. We weten dat zij betere keuzes kunnen maken over de grootte van hun gezin en dat hun kinderen ook gezonder en beter opgeleid zullen zijn. Onderwijs legt zo een stevige basis voor ontwikkeling met een effect over generaties heen.”
“Alle kinderen toegang geven tot basisonderwijs was één van de Millenniumdoelstellingen. De voorbije jaren is heel wat vooruitgang geboekt, zeker in Azië en Latijns-Amerika. Maar we moeten ook durven erkennen dat de doelstelling niet overal is gehaald. Nog steeds gaan 58 miljoen kinderen niet naar school. Vooral in Sub-Saharaans Afrika met heel wat fragiele staten is de situatie nog steeds bijzonder moeilijk. Die achterstand moeten we de volgende jaren proberen in te halen. Zeker omdat in heel wat landen zowat de helft van de bevolking jonger is dan 20 jaar. Als we een verloren generatie willen vermijden is een bredere toegang tot onderwijs cruciaal.”
Ook inzetten op kwaliteit
De Croo beklemtoonde tijdens het gesprek met Gillard ook de noodzaak om voldoende kwalitatieve doelstellingen te hanteren. “We kunnen niet tevreden zijn wanneer alle kinderen een plaats hebben op de schoolbanken. We moeten er tegelijk voor zorgen dat het onderwijs voldoende kwaliteit levert. Kindjes die in een klasje zitten met 60 andere kinderen blijven het zeer moeilijk hebben. Kleinere klassen en goed opgeleide leerkrachten zijn even belangrijk dan een plaats voor ieder kind."