Discours prononcé à l’occasion de la Journée internationale de la Femme au Parlement européen
Invité par le Parlement européen, le vice-Premier ministre et ministre de la Coopération au Développement Alexander De Croo a prononcé un discours sur l’importance des droits des femmes dans la politique de développement international, en présence des lauréates du Prix Sakharov 2016, décerné par le Parlement européen pour promouvoir les droits humains.
Internationale Vrouwendag in het Europees Parlement
in aanwezigheid van laureaten Sakharovprijs
Alexander De Croo, vicepremier en minister van Ontwikkelingssamenwerking
Mesdames, Messieurs,
Dames en Heren,
Laat mij eerst op mijn beurt hulde brengen aan Nadia Murad Basee Taha en Lamiya Aji Bashar, laureaten van de Sakharovprijs 2016.
Niemand kan onverschillig of onbewogen blijven bij hun verhaal.
Nadia en Lamiya zijn vandaag de spreekbuis van alle vrouwen die het slachtoffer zijn van seksueel geweld.
Ze zijn waardige getuigen van één van de meest duistere episodes uit onze recente geschiedenis: de brutaliteit en de barbarij van IS.
Van de etnische en religieuze zuivering tegen de Yezidi en tegen de christenen, door dit Europees Parlement terecht erkent als genocide.
Ils se servent de citoyens innocents comme boucliers humains.
Violent tous les principes possibles du droit humanitaire et du droit de la guerre.
Détruisent délibérément le patrimoine culturel.
Sèment la mort en menant des attentats terroristes.
En Irak, en Syrie, en Egypte, en Turquie, en Libye, mais aussi chez nous en Europe. À Paris, Berlin et à Bruxelles, voici bientôt un an. Le 22 mars 2016, pas loin d’ici, à la station de métro de Maalbeek et dans le hall de l’aéroport de Bruxelles-national.
IS staat voor alles waarvoor beschaving niet staat. Dood, vernieling, extreem geweld dat zo’n brutaliteit in zich draagt dat er haast niets menselijks meer rest.
I. Europa en de mensenrechten
De vraag is wat plaatsen wij tegenover zoveel gruwel en barbarij? Wat kan Europa betekenen in het licht van zoveel duisternis?
Lorsqu’elle s’est vu remettre le prix Sakharov, Nadia Murad a clairement répondu à cette question dans son discours, en déclarant je cite :
“L'Europe est un symbole d’humanité. Elle doit rester un modèle pour le monde, un modèle de coexistence des peuples et des cultures ».
Nadia Murad, ces paroles que vous avez prononcées sont sages et je ne peux que les partager. Lorsque les temps s’assombrissent, l’Europe doit être une référence, un espoir pour le monde. L’espoir que les peuples puissent vivre ensemble en paix et en acceptant leur diversité.
L’Europe doit être une communauté où prime le respect mutuel – respect de chaque individu, quels que soient sa langue, son origine, son sexe ou ses convictions.
Het is één van de redenen waarom België, samen met vijf andere landen, zestig jaar geleden, op 25 maart 1957, het Verdrag van Rome ondertekende. Omdat we na de gruwel van de Tweede Wereldoorlog geloofden – en nog steeds geloven – dat enkel intense samenwerking vrede en veiligheid brengt.
Het Verdrag van Rome had een sterke economische inslag. Het richtte de Europese Economische Gemeenschap op, de voorloper van de Europese Unie.
De ambitie was groot. Zes landen die de welvaartsverschillen wilden verminderen. De leefomstandigheden van mensen verbeteren. En evenwichtige en eerlijke handel mogelijk te maken.
Maar de betekenis van de EEG ging veel verder dan het sociaaleconomische. De inleiding van het Verdrag van Rome schetst die Europese droom zeer duidelijk: “[…] door deze bundeling van krachten de waarborgen voor vrede en vrijheid te versterken […].”
D’emblée, l’Union européenne a donc été bien plus qu’un projet économique. Elle a été un projet de paix et sécurité. Avec au cœur de ce projet, la reconnaissance de la diversité et surtout une attention toute particulière pour les droits humains et la Charte des Nations unies. Cette charte qui n’avait alors que quelques années et où sont ancrés les droits fondamentaux de l’être humain, la dignité et la valeur de la personne humaine, l’égalité des droits entre les femmes et les hommes.
C’est sur ces principes fondamentaux, sur ces valeurs que l’Union européenne est bâtie : sur la dignité humaine, la liberté, la démocratie, l’égalité, l’État de droit et le respect des droits humains.
Voilà les fondements de l’Europe, les valeurs pour lesquelles, comme l’a dit Nadia Murad, l’Europe doit être un modèle dans le monde.
Door ze zelf te beleven en toe te passen. Zoals het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie (2000) aangeeft. Maar ook door die waarden actief uit te dragen in de wereld. Niet vanuit een neokoloniale drang of een moreel superioriteitsgevoel. Maar wel omwille van het universele karakter van de mensenrechten.
Want, inderdaad, mensenrechten zijn universeel en onvervreemdbaar. Ieder mens wordt geboren met dezelfde rechten, ongeacht waar je woont, welk geslacht je hebt, wat je religieuze of etnische ook achtergrond is.
Je rechten kunnen dan wel miskend worden, vertrappeld, genegeerd. Maar niemand kan die rechten ooit van je wegnemen.
Daar waar mensen hun rechten beleven, moet Europa ze bevestigen. Daar waar mensen ze ontberen, moet Europa opstaan, ze verdedigen, ze bevorderen.
Tel est le rôle de l’Europe. Telle est la lueur que nous pouvons incarner.
II. Droits humains, droits des femmes et ODD
Mais comment faire? C’est peut-être l’une des questions les plus difficiles depuis que les droits de l’Homme ont été ancrés en 1948 dans une déclaration à vocation mondiale : la Déclaration universelle des droits de l’Homme.
Comment faire en sorte que les personnes aujourd’hui dépourvues de ces droits puissent en jouir à l’avenir?
Comment faire en sorte que des filles aujourd’hui dépendantes, privées de la possibilité de faire des choix, puissent demain prendre leur vie en main?
Het versterken van die rechten die mensen tot mensen maken, is één van de belangrijkste vragen van het hedendaags internationaal ontwikkelingsbeleid, een centrale uitdaging van de Sustainable Development Goals, de zeventien doelstellingen die samen de internationale ontwikkelingsagenda uitmaken voor de periode van nu tot 2030.
Het motto van de Sustainable Development Goals is bijzonder helder: to leave no one behind. Niemand achterlaten, een ambitie die stevig verankerd is in de mensenrechten, om zo, tegen 2030, de extreme armoede uit de wereld bannen.
De koppeling van mensenrechten en duurzame ontwikkeling is niet toevallig. De twee zijn intens met elkaar verbonden. Dat is ook logisch. Want ontwikkeling gaat tenslotte om mensen. Het ultieme doel van een internationaal ontwikkelingsbeleid is om mensen tot volle ontplooiing te laten komen. Hoe actiever mensen gebruik kunnen maken van hun rechten, hoe sterker ze zijn, hoe sterker ook de ontwikkelingsdynamiek.
Die koppeling van mensenrechten en duurzame ontwikkeling is niet alleen niet toevallig, ze is ook niet vrijblijvend. Want anderhalf jaar geleden hebben alle 193 landen van de Verenigde Naties hun handtekening gezet onder de Agenda 2030 en de 17 Sustainable Development Goals, mét inbegrip van de gelijke rechten voor meisjes en vrouwen.
En effet, parmi les dix-sept ODD, on retrouve l’objectif 5 qui consiste à éradiquer toutes les formes de discrimination à l’égard des filles et des femmes, toutes les formes de violences faites aux femmes, y compris la violence sexuelle et le trafic d’êtres humains.
L’ODD 5 veut lutter contre les pratiques dégradantes à l’égard des filles et des femmes, comme les mariages d’enfants, les mariages forcés et l’excision.
L’ODD 5 entend aussi promouvoir la santé et les droits sexuels et reproductifs des filles et des femmes.
L’ODD 5 veut encore stimuler les réformes qui donnent aux femmes l’égalité d’accès à la propriété, aux services financiers et aux ressources naturelles, pour qu’elles puissent participer, à part entière, à l’économie et à la société.
Die aandacht voor gendergelijkheid in de SDG’s is de logica zelf. Want hoe kun je nu tot ontwikkeling komen als je de rechten van de helft van de wereldbevolking negeert?
Zonder gelijke rechten voor meisjes en vrouwen zullen we er tegen 2030 nooit in slagen de extreme armoede te bannen en samenlevingen op te tillen.
Maar zoals ik zei: die ambitie en dat engagement is niet vrijblijvend. Voor niemand. Alle landen, alle 193 lidstaten van de Verenigde Naties hebben zich geëngageerd om de gelijke rechten voor vrouwen en meisjes waar te maken en zullen daar ook op afgerekend worden.
Die strijd voor gendergelijkheid is ook gewoon verstandig. Investeren in meisjes en vrouwen is één van de slimste investeringen die je kunt doen.
Plus longue est la scolarité des filles, meilleures seront la santé et l’éducation de leurs enfants plus tard.
Sur le plan économique aussi, la contribution des femmes est indispensable.
Selon une étude de McKinsey, la participation égale des hommes et des femmes à l’économie pourrait déboucher, d’ici 2025, sur un bénéfice de plus de 25% du PIB mondial. Une croissance qui donne à plus de gens plus d’opportunités de mener une existence libre et prospère.
III. Droits des filles/femmes à la politique belge
En tant que ministre du Développement international, j’ai très vite fait le choix de placer les droits des filles et des femmes au cœur de ma politique.
Ce choix trouve son origine dans l’une de mes premières missions de terrain en tant que ministre du Développement : la visite du camp de réfugiés Mugunga, près de Goma dans l’Est du Congo.
Ik zat er samen met een aantal vrouwen uit het kamp. Hun verhalen maakten diepe indruk. Deze vrouwen waren verplicht om het kamp te verlaten om water te vinden en hout te sprokkelen. Maar ze waren doodsbang om dat te doen. Met goede reden. Want buiten het kamp, riskeerden ze te worden verkracht en misbruikt.
Hun verhalen waren gruwelijk. Dat moment, die ontmoeting, sterkten mij in mijn overtuiging om mensenrechten, en in het bijzonder de rechten van meisjes en vrouwen een centrale plaats te geven in het Belgisch ontwikkelingsbeleid.
De leidraad daarbij is de strategienota ‘Gender in de Belgische Ontwikkelingssamenwerking’ die vier prioriteiten vooropstelt.
Eerste prioriteit is onderwijs en besluitvorming.
Ook vrouwen moeten een actieve plaats kunnen opeisen in het economische, sociale en politieke leven. Onderwijs speelt daarin een sleutelrol. Meisjes en vrouwen vertegenwoordigen vandaag twee derde van de analfabete bevolking in de wereld. Dat is een aantasting van hun recht op onderwijs en dat moet anders.
Une fille qui va à l’école et qui décroche un diplôme, sera plus forte pour faire ses propres choix et aura plus de chances d’exercer un travail digne. Trop de filles encore sont écartées des bancs de l’école en raison d’un mariage trop précoce, et contraintes aux tâches ménagères. En Afrique subsaharienne, quatre filles sur dix se marient avant l’âge de 18 ans, une sur huit a moins de 15 ans.
Si nous voulons que les femmes assument des responsabilités dans notre société, l’enseignement est crucial. Cette participation politique des femmes connait un succès variable dans le monde. À l’échelle mondiale, moins de deux ministres sur dix sont des femmes. Et au cours de la dernière décennie, les progrès en la matière ont été très faibles. C’est aussi un point à améliorer.
Une deuxième priorité de la stratégie belge en matière de genre est de miser sur la sécurité alimentaire, l’accès aux ressources naturelles et l’autonomisation économique.
Het merendeel van de arme bevolking in de wereld leeft op het platteland. Voor drie vierde van de plattelandsbevolking is landbouw het bestaansmiddel. De meerderheid van die landwerkers zijn vrouwen. Wie al eens een laag of middeninkomensland land met een sterke landbouweconomie heeft bezocht, zal kunnen getuigen dat het vooral vrouwen zijn die je op het veld ziet werken.
En toch hebben die vrouwen vaak slechts secundaire rechten als het bijvoorbeeld op landeigendom aankomt. Dat kan niet.
Daarom is de individuele en collectieve empowerment van plattelandsvrouwen voor de Belgische Ontwikkelingssamenwerking een absolute prioriteit, net als de economische en financiële empowerment van vrouwen dat is.
Zo is in de meeste ontwikkelingslanden de meerderheid van de vrouwen bankloos. Veel vaker dan mannen zijn ze het slachtoffer van financiële uitsluiting. Terwijl vaak net vrouwen slimme en bekwame consumenten zijn, ondernemers ook met een groot potentieel om innovatie te brengen en meerwaarde te creëren.
Vrouwen die voluit aan de economie kunnen deelnemen, zijn sterkere vrouwen. En omgekeerd is een economie waaraan vrouwen actief participeren een sterkere economische. Dus ook vanuit economisch oogpunt is gendergelijkheid de meest verstandige aanpak.
Une troisième priorité de la note belge sur le genre est la protection des droits sexuels et la lutte contre les violences sexuelles.
Une femme sur trois a déjà été victime de violence sexuelle. Une femme qui vit en ville ou dans une zone urbaine court deux fois plus de risques qu’un homme d’être victime de violence. Souvent dans son environnement direct.
Et puis il y a aussi l’extrême violence sexuelle, celle dont Nadia et Lamiya ont été victimes. Ou les viols collectifs dont le Dr. Mukwege soigne les victimes à l’hôpital Panzi à Bukavu.
Een nationaal en internationaal juridisch arsenaal van wetten, verdragen en regels alleen volstaat niet om hiermee komaf te maken. De kern van het probleem is de toepassing van die regels, op het terrein, op alle niveaus van de samenleving. Via gerichte acties willen we als Belgische ontwikkelingssamenwerking ook op dit domein het verschil maken.
Daarbij hebben we niet alleen aandacht voor de seksuele rechten van meisjes en vrouwen. Maar ook voor de rechten van seksuele minderheden zoals LGBTI’s. In meer dan 75 landen wereldwijd zijn vrijwillige seksuele handelingen tussen volwassenen van hetzelfde geslacht gecriminaliseerd. In heel wat landen, ook in partnerlanden van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking, worden holebi’s en transgenders gediscrimineerd, vervolgd en zelfs gedood. Ook dat zijn fundamentele schendingen van de seksuele rechten die we ter harte nemen.
Dat brengt mij de vierde prioriteit van de Belgische gendernota: het bevorderen van de seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR) van meisjes en vrouwen.
Op dat vlak hebben we de voorbije jaren belangrijke stappen vooruit gezet. We zijn erin geslaagd de kind- en moedersterfte te halveren. En dat is een goede zaak. Maar waarom zouden we halfweg stoppen? In heel wat landen is moeder worden nog steeds de dodelijkste activiteit voor vrouwen. Blijvende aandacht is nodig.
Nous devons nous préoccuper et investir davantage dans la santé sexuelle et reproductive. C’est la seule façon de faire reculer le nombre de grossesses non désirées, de lutter contre la transmission du VIH et de donner aux femmes la possibilité de mener une vie plus indépendante.
Voilà pourquoi nous accordons beaucoup d’importance aux droits sexuels et reproductifs, dans le cadre de la Coopération au développement, notamment dans nos programmes de coopération bilatérale. Au Mali et au Niger, par exemple, où nous luttons contre les grossesses précoces et en Guinée et au Burkina Faso où nous coopérons avec le FNUAP, le fonds des Nations unies pour la population.
IV. She Decides
Het doel van al die inspanningen is duidelijk: vrouwen zelf laten beslissen of, wanneer, en met wie ze kinderen wensen. En die strijd is verre van gestreden.
Dat bleek vorige maand toen de nieuwe Amerikaanse president een streep trok door de financiering van alle organisaties die “abortus promoten als methode voor gezinsplanning in het buitenland.”
President Reagan was de eerste president die de zogenaamde “Mexico City Policy” in 1984 invoerde. Intussen is het een klassieker geworden: Republikeinse presidenten schrappen deze fondsen, Democratische presidenten zeggen de steun opnieuw toe.
Maar het feit dat we dit intussen weten, en de beslissing dus min of meer te verwachten was, maakt de gevolgen niet minder desastreus.
La décision de Trump va augmenter le nombre de grossesses non désirées chez les jeunes filles ainsi que le nombre d’avortements réalisés dans des conditions dangereuses. Et cela, alors que malgré tous nos efforts, les avortements réalisés dans des conditions peu sûres restent l’une des cinq causes de mortalité maternelle.
Contrairement à ce que l’on entend souvent, la légalisation de l’avortement n’augmente pas le nombre d’avortements. Ici en Belgique, l’avortement est autorisé sur le plan légal et nous faisons partie des cinq pays affichant le nombre d’avortements le plus bas. Il existe beaucoup de mythes autour de l’avortement qu’il faut démonter. Et c’est la raison pour laquelle le travail de ces organisations est si important.
Maar de beslissing van Trump gaat over veel meer dan enkel abortus. Hij kortwiekt alle organisaties die in het Zuiden essentieel werk leveren rond gezinsplanning, voorbehoedsmiddelen, seksuele opvoeding, toegang tot correcte informatie en voorlichting.
Marie Stopes International, één van de organisaties die getroffen is, schat dat het schrappen van fondsen door Trump de volgende jaren zal leiden tot meer dan 6,5 miljoen meer ongewenste zwangerschappen, 2 miljoen extra onveilige abortussen en 21.000 moeders die zullen sterven tijdens of vlak na de zwangerschap. En dat zijn de cijfers van slechts één organisatie.
Geconfronteerd met zo’n situatie kun je drie dingen doen: zwijgen en wegkijken, op de barricaden gaan staan of actie ondernemen.
België heeft voor die laatste optie gekozen. Een logische optie. Want, zoals ik zei, is het bevorderen van de rechten van meisjes en vrouwen één van de centrale aandachtspunten van mijn beleid.
Daarom hebben we samen met Nederland, Zweden en Denemarken het Global Fundraising Initiative She Decides opgezet. Om ervoor te zorgen dat zo weinig mogelijk meisjes en vrouwen slachtoffer worden van de politiek van Trump. Om de impact van deze foute beslissing op het terrein zo klein mogelijk te maken.
Jeudi dernier, plus de cinquante pays et organisations ont promis ici à Bruxelles lors d’une conférence internationale, leur soutien actif à cette initiative, un soutien non seulement moral, mais aussi financier indispensable. En trois semaines, nous sommes parvenus à recueillir 181 millions d’euros de promesses de dons en faveur de la santé et des droits sexuels et reproductifs.
C’est un début, une étape importante, pour que les droits des filles et des femmes progressent et non l’inverse. Pour que plus de filles puissent réaliser leurs rêves et que plus de femmes puissent mener une existence libre.
Mesdames et Messieurs,
Chers amis,
Ce progrès est possible. Les dernières années l’ont prouvé. Mais pour continuer à engranger des progrès, nous avons besoin d’une stratégie. La Belgique entend jouer un rôle de premier plan en la matière et elle a une longue histoire d’engagement dans ce domaine. Nous allons donc intensifier nos efforts dans les années à venir.
Maar wat we vooral nodig hebben is het engagement van iedereen. Niet enkel van de vrouwen, maar ook van de mannen.
Mijn afsluitende oproep is dan ook: laat ons allemaal feministen zijn! Vrouwen en mannen, meisjes en jongens. Want alleen zo zullen we erin slagen om gendergelijkheid voor elk meisje en voor iedere vrouw een realiteit te maken.
Ik dank u.